Het gebeurt niet vaak dat we op een vraag van een opdrachtgever moeten antwoorden dat we zijn vraag niet kunnen onderzoeken.

De datering van documenten is echter zo’n vraag, waar de wetenschap nog geen betrouwbaar onderzoek voor heeft ontdekt.

In onze maatschappij hechten we veel waarde aan een op papier opgestelde overeenkomst die is bekrachtigd met handtekeningen van de betrokken partijen. Partijen gaan met deze ondertekening overeenkomsten met elkaar aan.

Antedatering

Deze overeenkomsten dienen vervolgens als bewijs voor alle partijen over de afgesproken onderdelen in de overeenkomst. Maar zo’n overeenkomst kan ook worden gemanipuleerd. En soms wordt dat niet alleen gedaan ten nadelen van één van de partijen, maar hebben alle partijen er belang bij om – bijvoorbeeld – een overeenkomst op te maken en hier vervolgens een datum op te zetten die (veel) verder in het verleden ligt dan de daadwerkelijke opmaakdatum van het document.

Wanneer beide partijen meewerken aan een dergelijk geantedateerd document, zal handtekeningonderzoek uitwijzen dat alle aanwezige handtekeningen authentiek zijn. Maar dan nog kan de datum in zijn geheel niet kloppen.

Bijvoorbeeld in faillissementszaken komt nog wel eens een document op tafel waaruit blijkt dat er nog een schuldeiser bestaat, die een stukje uit de boedel claimt.

Het antedateren van documenten is een manier waar alleen nog maar via omwegen onderzoek naar kan worden uitgevoerd.

Inktdatering

In essentie wordt de vraag gesteld of de inkt (printerinkt of balpeninkt) op het papier is geplaatst op (of rondstreeks) de datum die ook als aanmaak- of onderteken-datum op het document aanwezig is.

En dit is precies de vraag waar de wetenschap nog geen betrouwbaar onderzoek voor heeft.

Er is wel al veel onderzoek gedaan naar inktdatering. De technieken die het meest in de buurt komen van het vaststellen van de ‘ouderdom van inkt’ betreft het onderzoek naar de veranderingen die in inkt plaatsvindt nadat inkt een balpen verlaten heeft en op een document is geplaatst.

Dit werkt als volgt:

De theorie

Zolang inkt in een inktpatroon in een balpen zit, is het vloeibaar. Deze vloeibare (stroperige) inkt verlaat de pen door zwaartekracht en wrijving van het balletje in de penpunt op de ondergrond (meestal papier).

Op het moment dat de inkt op het papier is geplaatst en in contact komt met de open lucht, vervliegen de vluchtige stoffen die in de inkt aanwezig zijn (de oplosmiddelen die de inkt vloeibaar houden in het inktpatroon). Ofwel; de inkt droogt op.

90 tot 95% van de aanwezige vluchtige stoffen in inkt vervliegt binnen 0,5 tot 1 seconde na het verlaten van het inktpatroon. De overige vluchtige stoffen vervliegen over een langere periode. Testen geven aan dat dit ongeveer een periode van zes maanden beslaat. Na zes maanden zijn alle vluchtige stoffen uit de inkt verdwenen.

Dit betekent dus dat inkt die langer dan zes maanden geleden op een papier is geplaatst, geen verschil vertoont met inkt die twee jaar, zes jaar of 20 jaar geleden op een document is geplaatst. Volgens bovenstaande theorie zou men aan de hand van de aanwezigheid van vluchtige stoffen in inkt kunnen afleiden of de inkt korter dan zes maanden geleden op het document is geplaatst of langer dan zes maanden geleden.

In theorie lijkt dit een heel mooie techniek. En dat is het ook. Maar de praktijk werkt anders…

De praktijk

Het vervliegen van vluchtige stoffen uit inkt is afhankelijk van verschillende factoren. Wanneer iemand hard op zijn pen drukt en hiermee dikke lijnen trekt, zal er meer inkt worden afgezet waardoor het langer zal duren voordat alle vluchtige stoffen zijn vervlogen. Iemand die juist dunne, priegelige lijntjes trekt met een pen, zal dunne lijnen produceren waardoor de vluchtige stoffen meer contact maken met de lucht en hierdoor ook sneller zullen vervliegen.

In een kantoorruimte waar het warmer is, zullen de vluchtige stoffen uit de inkt sneller verdampen/vervliegen dan in een kantoorruimte waar de temperatuur lager ligt. En als een document na het ondertekenen voor een raam in de zon wordt gelegd, of naast een verwarming, zullen de vluchtige stoffen ook sneller vervliegen dan wanneer deze omstandigheden er niet zijn.

Als een document na het ondertekenen direct wordt opgeborgen in een plastic insteekhoesje en in een map in een donkere kast wordt geplaatst, zal het proces van vervliegen van de vluchtige stoffen langzamer verlopen.

En dan bestaan er ook nog verschillen tussen inkten. Balpeninkten hebben allemaal een iets andere chemische samenstelling, waardoor er tussen verschillende pennen ook verschillen in de tijdsduur van het vervliegen van de vluchtige stoffen bestaan.

Ofwel… Er zijn zoveel factoren die van invloed zijn op de snelheid waarmee de vluchtige stoffen uit inkten verdampen, dat een onderzoek naar de aan- of afwezigheid van deze vluchtige stoffen nooit tot een betrouwbare uitspraak kan leiden over de datum (of periode) waarop inkt op een document is geplaatst.

Ontwikkelingen in de toekomst

De wetenschap kan nog geen pasklaar antwoord geven op de vraag hoe lang inkt al op een document aanwezig is. Maar ontwikkelingen vinden iedere dag plaats. Wellicht kunnen we over enkele jaren wel met een betrouwbaar en gedegen onderzoek deze vraag beantwoorden.

Samen naar de waarheid!
Cynthia

Heb jij hulp nodig bij het dateren van een document of uitleg over de betrouwbaarheid van een reeds uitgevoerd onderzoek naar antedatering? Neem dan contact met ons op. We bespreken graag vrijblijvend de mogelijkheden.