Afgelopen week hebben we flink kunnen genieten van de zon. Ineens schoot de temperatuur omhoog naar 24-30°C. En deze week hebben we juist weer veel regen te verwerken gekregen.

De kranten staan vol met de weersomstandigheden in Nederland, nu en in de toekomst. Meteorologen voorspellen dat het klimaat in de komende 50 tot 100 jaar warmer en droger wordt met meer extreme neerslag en onweersbuien.

Weersomstandigheden hebben effect op veel zaken om ons heen, ook op sporenmateriaal.

Natuurlijk hebben de weersomstandigheden meer invloed op sporen die zich buiten bevinden. In een overdekte en ommuurde ruimte hebben de weersomstandigheden veel minder invloed. Maar toch kan zonneschijn door een (open of gesloten) raam en een hoge(re) vochtigheid in een ruimte een grote en relevante invloed hebben op verschillende soorten sporen.

Zonneschijn en temperatuur

Verf en lak droogt na het aanbrengen op, doordat de vluchtige stoffen verdampen en de verf opdroogt op de ondergrond. Onder invloed van hogere temperaturen zal dit sneller gaan. De aanwezige stoffen met een lager kookpunt in de verf zullen sneller verdampen.

Ditzelfde proces gebeurt met bijna alle stoffen om ons heen. We merken hier weinig van, maar in forensisch onderzoek kan het van groot belang zijn. Een opgedroogde bloeddruppel kan iets zeggen over de tijdsduur dat de druppel al aanwezig is, maar dan moeten wel de omgevingscondities in overweging worden genomen.

Neerslag

Regen en sneeuw zullen er juist voor zorgen dat de sporen verdund worden, oplossen in het (regen)water, wegspoelen of door de grotere hoeveelheid vocht niet opdrogen zoals ze onder andere omstandigheden zouden doen.
Regen kan tevens zorgen voor vervorming of verplaatsing van sporen. Denk bijvoorbeeld aan afdrukken van schoenen of banden in zand, of losse glassplinters die door hevige regen wegspoelen.

Beschermen van sporen

Het beschermen van sporen tegen invloeden als regen, sneeuw, wind  of felle zonneschijn is een belangrijke eerste stap die een onderzoeker kan zetten. Zonder hierbij de integriteit van het sporenmateriaal te schaden, kan de onderzoeker proberen de sporen af te schermen van de weersinvloeden, door het spoor af te dekken met plastic, een windscherm te plaatsen of te zorgen dat sporen niet meer in direct zonlicht liggen.

Vervolgens is het voor de deskundige van belang om op de hoogte te zijn van de condities waaronder het spoor zich heeft bevonden, zowel voorafgaand aan de vondst van de sporen als tijdens de opslag en het transport naar het laboratorium.
De deskundige zal deze informatie gebruiken bij het interpreteren van zijn onderzoeksresultaten.

Zonder de opmerkzaamheid en de informatie van de personen die het eerst met sporenmateriaal in aanraking komen, wordt het werk van de deskundig vervolgonderzoeker een stuk lastiger.

Samen naar de waarheid!
Cynthia