In juridische zaken wordt regelmatig gesproken over de achtergrond van forensisch onderzoek. Zeker in situaties waarin forensische onderzoeksresultaten een belangrijke rol spelen bij de bewijsvoering van een zaak.

De achtergrond van de techniek, de betrouwbaarheid van de resultaten, de delictgerelateerdheid van het onderzochte spoor en de achtergrond van de deskundige komen regelmatig in de vraagstellingen aan bod.

Toch blijkt ook steeds weer dat er aannames gedaan worden over forensisch onderzoek, die niet altijd geheel kloppen. En soms kunnen deze aannames in de weg staan van een gedegen beoordeling van uitgevoerd forensisch onderzoek of onderzoeksresultaten.

In dit artikel noem ik zes zaken die iedere professional zou moeten weten over forensisch onderzoek.

  1. Uitsluiten in plaats van insluiten. Met forensisch onderzoek kan een theorie nimmer volledig worden bewezen.

Forensisch onderzoek is gebaseerd op het uitsluiten van andere mogelijkheden, totdat er maar één conclusie overblijft. Er wordt net zolang gezocht naar unieke kenmerken in de chemische samenstelling van een lak, dat kan worden gesteld dat de lak alleen maar voorkomt op een bepaald merk auto. Of; er wordt net zolang gezocht naar unieke kenmerken in een vingerafdruk, tot (statistisch) kan worden gesteld dat maar één (vinger van één) persoon de donor van de afdruk kan zijn.
Forensisch onderzoek is dus gebaseerd op het uitsluiten van mogelijkheden.

  1. Alleen forensisch onderzoek kan nooit leiden tot een overtuiging van de schuld of van het daderschap van een persoon aan een delict.

Forensisch onderzoek op zichzelf kan nooit een situatie volledig ophelderen. Forensisch onderzoeksresultaten zijn aanvullend op andere vormen van onderzoek.
De forensische sporen worden onderzocht om na te gaan of de materiële sporen ondersteunen wat er in een verklaring is gezegd of wat er in een hypothese is gesteld.
Het onderzoek aan de sporen zorgt er vervolgens voor dat hypothesen en/of verklaringen worden ondersteund of kunnen worden verworpen.

  1. Deskundigen kunnen het oneens zijn met elkaar.

Hier zijn een aantal mooie voorbeelden van te vinden in het afgelopen decennium.

DNA-deskundigen die tot dezelfde onderzoeksresultaten komen, maar het niet eens kunnen worden over de betekenis van deze resultaten in de context van de zaak.
Betekent dat dan dat één van de deskundigen zijn werk niet goed doet? Dat hoeft niet.

Het interpreteren van de onderzoeksresultaten is de belangrijkste stap van het forensisch onderzoek. En ook de stap die onderhevig is aan een menselijke component. De interpretatie wordt gemaakt door een deskundige, die zijn opgedane kennis en ervaring gebruikt om zich een mening te vormen over de betekenis van de onderzoeksresultaten.

Wanneer twee deskundigen het met elkaar oneens zijn, kan worden gesproken over de onderbouwing die iedere deskundige heeft voor zijn conclusie. Soms kan hierbij een deskundige van mening veranderen. En heel soms blijven de betrokken deskundigen bij hun interpretatie.

  1. Forensisch onderzoek is gebaseerd op de huidige stand van de wetenschap.

Het forensisch onderzoek zoals we dat nu kennen, bestaat nog niet zo heel lang. De wetenschap ontwikkelt zich razendsnel. Zaken waar we twintig jaar geleden van overtuigd waren, blijken nu niet te kloppen.
Ook de mogelijkheden breiden zich uit. Cold cases die muurvast zaten, worden nu onderzocht met de nieuwste technieken en blijken alsnog oplosbaar te zijn.
Over 50 jaar kunnen we heel anders denken over de technieken die we nu gebruiken of de betekenis die we nu geven aan resultaten.
Het is van groot belang dat we ons allemaal bewust zijn van hoeveel we eigenlijk nog niet weten.

  1. Eén deskundige is nooit volledig op de hoogte van het gehele proces dat een spoor heeft doorlopen.

Tijdens een terechtzitting wordt soms een deskundige bevraagd over het uitgevoerde onderzoek. Dat is ook prima. Deze deskundige is echter vaak maar een klein schakeltje in het gehele onderzoek dat heeft plaatsgevonden. En ook maar één van de personen die betrokken is geweest bij het onderzoek en bij het sporenmateriaal waar het over gaat.

Bijna altijd zijn er vele onderzoekers die een rol hebben gespeeld bij het vinden van het spoor, het veiligstellen, het transporteren, het onderzoeken, etcetera.
Natuurlijk houden deze onderzoekers allemaal een gedegen registratie bij van wat ze hebben gedaan. Uiteindelijk is er nooit één persoon die exact kan vertellen over iedere stap die het spoor heeft afgelegd.

  1. Een deskundig onderzoeker is niet een deskundig forensisch onderzoeker.

Bij het uitvoeren van onderzoek wordt soms ook een onderzoeker ingezet die een hele grote expertise heeft op zijn specifieke vakgebied, maar geen forensisch onderzoeker is.

Deskundigen op een specifiek vakgebied zijn vaak gewend om te werken met materialen die onder laboratoriumcondities tot stand zijn gekomen. Bij onderzoek aan forensische sporen is dit nooit zo. De conditie en kwaliteit van een sporenmateriaal is van grote invloed op de interpretatie van de onderzoeksresultaten en soms dient ook de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd aangepast te worden.
Deskundigen op een specifiek vakgebied kunnen hierin wel worden bijgestaan door forensisch experts, maar er zal altijd een samenspel moeten zijn van vakinhoudelijk deskundigheid en forensische deskundigheid.

Samen naar de waarheid!
Cynthia