De omgeving verandert voortdurend. Wanneer je voor tien seconden naar de doorlopende weg voor je kantoor kijkt, zie je de situatie al keer op keer veranderen met iedere auto die voorbij komt.
Allerlei factoren hebben invloed op de omgeving. Iedere handeling die iemand uitvoert, en soms zelfs iedere windvlaag, wijzigt iets aan de situatie zoals die was.

Eén kans

Wanneer je een onderzoek op locatie uitvoert, leg je vast hoe de omgeving eruitziet en in welke staat materialen in de omgeving zich bevinden op het moment zo kort mogelijk na de gebeurtenis. Je krijgt maar één kans om de situatie vast te leggen en sporen te verzamelen.

Wanneer jij je onderzoek afrond en allerlei andere factoren weer invloed hebben op de omgeving, kan de originele onderzoekslocatie alleen nog worden teruggevonden op de foto’s en in de rapportage die jij hebt vastgelegd van de situatie.

Een foto zegt meer dan duizend woorden. Je kunt de situatie heel uitgebreid omschrijven in een verslag, maar een foto (of fotoserie) maakt veel beter duidelijk aan de lezer hoe de situatie eruitzag op het moment dat jij je onderzoek hebt uitgevoerd.

Leg alles vast

Bij het maken van een fotoserie op een omgevingslocatie is het van belang dat je focust op de onderwerpen die je wilt vastleggen en die relevant zijn, terwijl het hiernaast van belang is om de gehele situatie in kaart te brengen. Aan het eind van een vervolgonderzoek kan de vindplaats en de relatie van het sporenmateriaal tot andere materialen erg van belang blijken te zijn.

Ook tijdens het vervolgonderzoek dient de staat van het onderzoeksmateriaal voortdurend vastgelegd te worden.
Iedere handeling die wordt uitgevoerd met het spoor nadat het is verzameld op de vindplaats, moet fotografisch worden vastgelegd. Met name bij onderzoeksprocedures die destructief zijn voor het sporenmateriaal is het erg van belang om de ‘beschadiging’ die aan het materiaal wordt toegebracht goed wordt vastgelegd.

Met een gedegen fotografische verslaglegging van de staat van de onderzoekslocatie en vervolgens de veiliggestelde onderzoeksmaterialen, kan achteraf aan de lezer worden aangetoond in welke staat het materiaal heeft verkeerd op ieder moment van het onderzoek.

25 belangrijke tips bij forensische fotografie

  1. Maak foto’s voordat iemand de onderzoekslocatie betreedt;
  2. Maak tevens foto’s gedurende het onderzoek op locatie;
  3. Zorg voor overlapping in de foto’s;
  4. Fotografeer in een horizontale lijn, zodat in verschillende foto’s een panorama van de situatie ontstaat;
  5. Laat de horizon horizontaal op de foto’s lopen;
  6. Zorg dat een verticale lijn in de situatie ook verticaal op de foto staat;
  7. Maak foto’s vanaf één camerastandpunt;
  8. Leg vervolgens de omgeving nogmaals vast vanaf een ander camerastandpunt, op deze manier leg je ook de ruimte rondom de camera in relatie tot de omgeving vast;
  9. Leg een looppad (of vluchtroute, of …) al lopend vast. Let op overlap in de foto’s zodat de kijker je beweging kan volgen;
  10. Maak foto’s op ooghoogte;
  11. Gebruik een statief bij het maken van foto’s;
  12. Zorg voor de aanwezigheid van een groottereferentie (bv een maatlat);
  13. Leg sporenmaterialen vast met een zichtbaar sporennummer;
  14. Maak beeldvullende foto’s van sporen;
  15. Leg de relatie tussen de vindplaats van een sporenmateriaal en de overige aanwezige materialen vast;
  16. Zorg voor een zo volledig mogelijke scherptediepte in de foto’s;
  17. Zorg voor een juiste (waarheidsgetrouwe) kleurenweergave op de foto’s;
  18. Leg de vindplaats van visueel onzichtbare sporen ook fotografisch vast;
  19. Leg indien mogelijk visueel onzichtbare sporen fotografisch vast met behulp van speciale lichtbronnen;
  20. Let erop dat de foto’s geen vertekening bevatten;
  21. Verwijder geen foto’s, ook geen ‘mislukte’ foto’s, achteraf kunnen vragen gesteld worden over verwijderde foto’s;
  22. Leg de opnamecondities (zoals weer, stand van de zon, aanwezigheid van andere lichtbronnen) vast;
  23. Leg de opnameinstellingen vast (de instellingen van de camera);
  24. Voer geen bewerkingen uit op de afbeeldingen;
  25. Maak zoveel mogelijk foto’s. Je kunt later niet meer terug. Te veel foto’s maken is niet erg, te weinig wel.

Extra tip: Zorg dat je een extra batterij bij je hebt
Extra tip: Zorg dat je een reserve memorykaartje bij je hebt.

Kun jij deze lijst aanvullen? Heb je nog andere tips met betrekking tot het maken van foto’s in een forensische context? Deel jouw tips in het reactievak hieronder en help mij om deze lijst verder compleet te maken.

Samen naar de waarheid!
Cynthia

P.S. Hebben jouw vrienden en collega’s ook te maken met sporenmateriaal en het aantonen van bewijs? Deel dit artikel door op de tweet, like of share buttons te klikken, zodat ook de mensen in jouw netwerk kunnen profiteren van deze informatie.