Al meer dan 100 jaar wordt forensisch onderzoek door de overheid gebruikt bij het onderzoek naar strafbare feiten en voor de bewijsvoering in een juridisch traject.

Inmiddels worden verschillende forensische technieken ook steeds vaker in het private domein uitgevoerd. In verschillende situaties kiezen benadeelden ervoor om zelf onderzoek uit te (laten) voeren, waarbij ook regelmatig forensische technieken worden ingezet. Met al dan niet een civielrechtelijk traject als vervolg.

Het uitvoeren van forensisch onderzoek in deze trajecten werkt in beide situaties grotendeels hetzelfde, er zijn echter ook verschillen aan te wijzen.
In dit artikel enkele overeenkomsten en verschillen.

De opdrachtgever

vrouwe justitiaAls de opdrachtgever een overheidsinstantie betreft, die bepaalde bevoegdheden heeft, kan dit invloed hebben op enkele factoren die de vormgeving van het onderzoek bepalen.

Dit hoeft niet alleen de politie te zijn, verschillende andere overheidsinstanties hebben ook bepaalde bevoegdheden gekregen, waarmee zij informatie mogen opzoeken of materialen mee mogen nemen voor onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan ambtenaren van de douane of fraudeonderzoekers bij de gemeente.

Overeenkomsten

De forensische technieken die gebruikt worden zijn exact gelijk. Ook de procedures van de verschillende analyses zijn hetzelfde.
De technieken die gebruikt worden zijn hetzelfde. Particuliere aanbieders van forensisch onderzoek gebruiken dezelfde technieken die de onderzoekers van publieke instellingen en laboratoria gebruiken. Ook worden dezelfde procedures gehanteerd.

Ongeacht of een onderzoeksresultaat gebruikt wordt in een strafrechtelijk traject of op een andere wijze, de gevolgen voor de betrokkenen kunnen in alle situaties groot zijn.
Een goede kwaliteitsborging van de onderzoeken en zekerheid omtrent de te formuleren conclusies is altijd belangrijk.

Het onderzoek en de onderzoeksresultaten zijn dus gelijk.

Maar – zoals al gezegd – zijn er ook een aantal verschillen te benoemen.

4 verschillen:

1. Geen inbeslagname objecten

geen inbeslagname objectenIn de inleiding is het al beschreven. Particulier (forensisch) onderzoekers hebben geen bevoegdheden om materialen voor onderzoek in beslag te nemen. Als een forensisch onderzoek wordt aangevraagd door een opdrachtgever, zal hij in de meeste gevallen de materialen zelf beschikbaar stellen voor onderzoek. Maar soms gaat dat niet zo makkelijk.

Als het materiaal niet in het bezit van de opdrachtgever is, kan het niet zomaar worden overgedragen aan de forensisch onderzoekers. Bijvoorbeeld een laptop of telefoon waarmee berichten zijn verzonden of contacten zijn gelegd, die onderzocht dienen te worden. Als de laptop niet in bezit is van de opdrachtgever, kan hij niet zomaar in beslag worden genomen voor onderzoek. De eigenaar zal hem vrijwillig moeten overdragen.

2. Geen databases met referentiemateriaal

Net als met onderzoeksmateriaal, kan ook referentiemateriaal niet zomaar worden geraadpleegd. Particulier forensisch onderzoekers hebben geen toegang tot bijvoorbeeld de DNA-databank of de vingerafdrukkendatabank. Als er vingerafdrukken worden aangetroffen op een locatie of op een object (zoals een anonieme brief), zal aan alle mogelijke betrokkenen moeten worden gevraagd of zij vrijwillig hun vingerafdrukken willen afstaan voor vergelijkend onderzoek. Als een individu niet mee wil werken, kan hij niet worden gedwongen, ook niet als er een zeer sterke verdenking van betrokkenheid is. Particulier (forensisch) onderzoekers hebben niet de mogelijkheid om personen te dwingen tot medewerking.

Ook andere databases zijn niet altijd toegankelijk voor particuliere speurders. De databank met kentekens is bijvoorbeeld niet toegankelijk. Maar ook databases met autolakken en andere gegevensbestanden zijn niet altijd toegankelijk.

3. Opdrachtgever heeft invloed

Een ander belangrijk verschil betreft de invloed die de opdrachtgever heeft. In een particulier forensisch onderzoek kan niets worden uitgevoerd zonder de vrijwillige medewerking van de betrokkene, dus ook de opdrachtgever.
De onderzoeker geeft advies over de mogelijkheden en de onderzoeken die het beste passen bij de beschikbare materialen en het te behalen doel, maar uiteindelijk heeft ook de opdrachtgever een stem in het wel of niet uitvoeren van een bepaald onderzoek.

De particulier onderzoeker dient wel integer te handelen. Als de opdrachtgever bewust informatie wil verzwijgen of achterhouden, is het de taak van de particulier onderzoeker om hierbij integer te blijven handelen.

4. De opdrachtgever beslist over het vervolg

Als de onderzoeksresultaten bekend zijn, is het aan de opdrachtgever om te beslissen wat er verder gaat gebeuren. Wanneer een onderzoek in opdracht van de politieorganisatie wordt uitgevoerd, beslist de politie (vaak in overleg met het OM) of er vervolging plaatsvindt of wat andere vervolgstappen zijn.
In een particulier traject, beslist de opdrachtgever welke vervolgstappen worden gezet.

Iedere situatie is anders

De forensische onderzoekstechnieken veranderen niet, maar de wijze waarop een onderzoekstraject vorm krijgt en vormgegeven wordt, is wel afhankelijk van verschillende factoren.

De bovenbeschreven weergave van overeenkomsten en verschillen is zeker niet volledig. Iedere situatie is anders. In iedere situatie moeten alle factoren worden meegenomen om het onderzoek goed vorm te geven en alle voorwaarden en normeringen na te leven.

Samen naar de waarheid!
Cynthia