Bij een sporenonderzoek krijgen veel mensen direct het beeld voor zich van gele afzetlinten, en mensen in witte pakken die met en pincet haren in een zakje doen.

En dat terwijl sporenonderzoek; het herkennen en veiligstellen van sporen in de praktijk juist heel vaak plaatsvindt op basis van een beschrijving en vraagstelling van een opdrachtgever.

Zeker in het particuliere werkveld, waar een onderzoek pas begint als een opdrachtgever zich tot de onderzoeker heeft gewend.

Toch komt de gedachtegang die de onderzoeker dient te volgen in beide situaties overeen.

Bij het zoeken naar sporen gaat de onderzoeker op zoek naar aanwijzingen die een hypothese kunnen bevestigen of ontkrachten.

Sporenonderzoek met of zonder onderzoekslocatie

Wanneer er een onderzoekslocatie beschikbaar is (een beschadigde auto of een locatie waar is ingebroken), kijkt de onderzoeker op de locatie naar aanwijzingen die bepaalde scenario’s kunnen aantonen.

Wanneer er geen locatie (direct) beschikbaar is, wendt de opdrachtgever zich tot de onderzoeker met een situatieschets. De signalen die de opdrachtgever beschrijft – en de reden zijn om contact op te nemen met de onderzoeker – zijn de aanwijzingen aan de hand waarvan de onderzoeker kan speuren naar andere aanwijzingen die de hypothese (het vermoeden) van de opdrachtgever bevestigen of ontkrachten.

Een onderzoeker is voortdurend op zoek naar sporen; ook al is dat soms op een andere manier dan het clichébeeld van de man met zijn pincet achter het gele lintje.

Forensisch sporenonderzoek

Bij een forensisch sporenonderzoek gaat het om het vinden van de fysieke aanwijzingen die iets zeggen over hetgeen gebeurd is. Of dat nu op een locatie is of in een situatiebeschrijving. Aan de hand van de situatie en de duidelijk aanwezige of beschreven signalen (de aanleiding van het onderzoek) wordt gezocht naar fysieke aanwijzingen die de vermoedens bevestigen of ontkrachten.

Als de sporen eenmaal gevonden zijn, moeten ze verder worden onderzocht. Sporen bevatten informatie, maar die informatie is niet direct herkenbaar. Zelfs zichtbare sporen (zichtbare vingerafdrukken, vlekken in kleding) moeten verder worden onderzocht om de ‘verborgen’ bruikbare informatie te achterhalen.

Bij het oppakken, verpakken, labelen en transporteren van deze sporen moet de onderzoeker rekening houden met alle factoren die het spoor en de daarin verborgen informatie kunnen aantasten.

Pas wanneer de onderzoeker de sporen in een situatie weet te herkennen en te vinden, en op de juiste manier omgaat met de sporen die hij aantreft, kan een gedegen sporenonderzoek plaatsvinden, waarmee de opdrachtgever de zekerheid verkrijgt die hij zoekt.

De mens is de enige onzekere factor

Met behulp van de wetenschap kan iedere situatie worden opgelost. De enige factor die ervoor zorgt dat er onzekerheden blijven bestaan, is de factor van de mens. Pas als de mens (de onderzoeker, de opdrachtgever, overige betrokkenen) de aanwezige sporen weet te herkennen, te vinden en op een juiste manier weet te gebruiken, wordt alle informatie ontsloten.

 

Samen naar de waarheid!
Cynthia